Als je overweegt Portugees te leren, deze taal met meer dan 280 miljoen sprekers in de wereld, vraagt u zich waarschijnlijk af waar u moet beginnen, of u Portugese lessen moet nemen, zo ja, bij welke specifieke leraar Portugees, enz. .
Voordat u beslist wat de beste oplossing voor uw leerproces is, volgen hier de eerste zinnen die u moet leren om u kennis te laten maken met deze prachtige taal en om basisdiscussies te houden.
1- Laten we bij het begin beginnen
Hallo: Ola
Hoe gaat het met u? : Como você está?
Met mij gaat het goed: Estou bem
Het is oké: Está bem
Bedankt: Obrigado
Graag gedaan: De nada
En jij? : E você?
Aangenaam kennis te maken: Prazer em conhecê-lo
Wat is jouw naam? : Qual o seu nome?
Mijn naam is… : Meu nome é…
Goedendag: Bom dia
Goedenavond: Boa tarde
Welterusten: Boa noite
Tot snel: Até breve
Tot straks: Até-logo
Tot morgen: Até amanhã
Afscheid: Adeus
2- Laten we een beetje moeilijker maken…
Ik mis je: Saudades
Ik ook: Eu também
Wat doe jij? : O que você está fazendo?
Niets: Nada
Ja: Sim
Nee: Nao
Ben je bezig? : Você está ocupado
Ja, ik ben bezig: Sim estou ucupado
Ben je vrij? : Voce està livre?
Ja, ik ben vrij: Sim estou livre
Ik heb honger: Estou com fome
Ik heb dorst: Estou com sede
Laten we eten: Vamos Comer
Waar woon jij? : Onde você mora?
Ik woon in…: Eu moro em…
Wat studeer jij? : O que você está estudando?
3- Portugees als een pro!
Hoe gaat het met jouw familie? : Como esta sua familia?
Zeer goed: Muito buom
Zeer slecht: Muito mal
Wilt u eten? : Quer comer?
Ik wil eten: Quero comer
Wat is je nummer? : Qual e seu-nummer?
Bel me: Me liga
Ik zal je bellen: Eu te ligo
Kom op: Vamos
Wat wil je doen? : O que quer fazer?
Hoe was je dag? Como geloof of seu dia?
Mijn dag was goed: Meu dia foi bom
Mijn dag was slecht: Meu dia foi ruim
Kunt u mij helpen? : Pode me ajudar
Ja, alstublieft: Sim por favor
Nee, bedankt: Não obrigado