Een goed begin is het halve werk. In mijn eerste les leer je hoe je iemand begroet in het Nederlands en hoe je jezelf en een ander kan introduceren. Deze les bestaat uit het ontdekken van nieuwe woorden, klanken, een leesoefening en samen een gesprek voeren. Maar altijd op een leuke en leerzame manier.

In deze les leer je de familie leden en vrienden in het Nederlands te benoemen. Ook nemen we een terugkijk op de eerste les waarin we iemand begroeten en introduceren. Ook bij deze les doen we zowel lees- en spreek oefeningen. Want hoe meer je oefent met praten, hoe sneller en makkelijker je de taal leert.

In deze les nemen we de persoonlijk voornaamwoorden door, zoals: ik, jij, hij, zij, het, jullie, wij en zij. Je leert ook hoe deze correct te gebruiken. Dit is een les waarin we oefenen met praten. Hierbij werpen we ook een blik op de voorgaande lessen en gaan we focussen op het voeren van een gesprek.

De Nederlandse uitspraak is nou eenmaal lastig. Vooral voor mensen met een bepaald accent kan dit lastig zijn. In deze les gaan we oefenen met klanken. De focus ligt op dubbele klinkers, zoals we die veel in de Nederlandse taal hebben. Denk hierbij aan: aa, ee, oo, uu. Maar ook verschillende dubbele klinkers, zoals: au, ui, eu, ou. Dit blijft voor veel studenten lastig. Maar daarom gaan we dit juist oefenen! Want als je dit goed oefent, zal je de taal snel correct spreken. Aan het eind van de les krijg je een YouTube video van mij doorgestuurd, zodat je thuis ook kan oefenen.

De werkwoorden ben en heb zijn de meest gebruikte werkwoorden. Hiermee vormen we de meeste zinnen. Als je deze werkwoorden goed onder de knie hebt en weet wanneer je welke moet gebruiken, zal je mooie zinnen vormen. Dit is de basis van spreken en zinsopbouw. Na de voorgaan de lessen heb je een goede feeling om zinnen te beginnen te vormen met deze twee werkwoorden. Tijdens deze les zullen we ook oefenen met het schrijven van zinnen en spreken.